Gebaren ondersteunen de taalontwikkeling en zorgen er zelfs voor dat kinderen meer woorden kennen en kunnen gebruiken. Hoe mooi is dat?!
Alles begint natuurlijk met de communicatie. De gesproken taal is hier maar een klein onderdeel van. Daarnaast heb je nog:
- Non-verbale aangeboren communicatie, zoals lachen en huilen
- Dunstanlanguage of babytaal door aan te geven wat de behoeften zijn
- Aangeleerde non-verbale communicatie, zoals een pruillipje en boos kijken (iets later)
- Aangeleerde gebaren om samen te communiceren en elkaar te begrijpen
Baby’s beginnen vanaf de geboorte al met het maken van gebaren met hun handen. De stand van hun handen geeft al aan wat ze willen en hoe ze zich voelen.
- Open handje: Ik ben ontspannen en ik wil wel contact
- Vuistje: Gespannen en laat mij met rust
- Wijsvinger: Ik ben alert
- Wegkijken: Ik ben er klaar mee of ik hoef geen contact
- Roze wangen: Ik ben moe (of tandjes)
- Handjes in de mond: Ik wil graag eten of ik heb een zuigbehoefte
- Handjes bij het oor: Ik wil graag slapen of ik heb pijn
- Wrijven in de ogen: Ik wil graag slapen
- Gapen: Ik ben moe
Hoe handig is het om naast het herkennen van de eerste geluidjes m.b.v. de babytaal deze stand van de handjes te gebruiken. Op deze manier kun je de eerste weken al veel signalen opvangen en vervolgens handelen. Denk daarnaast dus ook nog aan de zwangerschap en de bevalling, zodat je deze kennis ook kunt delen met de kleine. Samen heb je zo een goede start en ontstaat er een veilige hechting.
Wil je meer weten? Dan kun je een van onderstaande trainingen volgen.