In mijn blog “opvoeden doe je zo” kun je al lezen dat er erg veel dingen meespelen in het bepalen van jouw opvoedstijl. Zijn er dan zoveel verschillen? Ja, iedereen doet het op zijn eigen manier en neemt ook zijn eigen rugzak mee.
Toch kunnen we 4 opvoedstijlen (h)erkennen die het meeste voorkomen. Deze stijlen onderscheiden zich door de mate van betrokkenheid en de mate van controle.
De democratische opvoedstijl wil zeggen dat je als ouders veel controle hebt en ook veel betrokkenheid. Kinderen mogen meedenken en meebeslissen bij vragen. Je luistert dus ook naar de kinderen wat ze te zeggen hebben, maar je houdt ook de controle. Dus als het niet kan of lukt, dan geef je dit ook aan en waarom. Daarnaast zijn er huisregels en je verwacht dat iedereen zich daar aan houdt, omdat ze ook passend zijn. Nee is dus ook nee en wordt geen ja. Je geeft vaak complimenten om je kind te zien groeien en bloeien. Het krijgt zelfvertrouwen en kan ook zichzelf zijn. Let je er wel op dat het kind niet alles bepaalt? Soms gaat het nu eenmaal niet zoals hij graag ziet. Leg dan dus uit, dat je snapt dat hij het er niet mee eens is, maar dat je nu toch naar huis gaat omdat je eten moet koken.
De autoritaire opvoedstijl wil zeggen dat je als ouders veel controle hebt en weinig betrokkenheid. Jij bepaalt dus alle regels en legt ze ook niet uit. De regels zijn zo of je kind het er nu mee eens is of niet. Het gaat zoals jij wil. Jij verwacht ook dat je kind zich aan de regels houdt en anders volgt er een consequentie. Bij deze manier van opvoeden is alles dus erg duidelijk en weet je kind precies wat er van hem verwacht wordt en hoe hij zich moet gedragen. Wel kan het erg onzeker zijn of worden, als het anders gaat en er geen duidelijke regels of richtlijnen zijn. Het is immers gewend aan het feit dat alles geregeld is. Ook zijn er kinderen die hier niet tegen kunnen en vervolgens boos worden of zich bewust niet aan de regels gaan houden. Zinnen als “omdat ik het zeg” of “als je dit niet opruimt, dan geef ik het weg” worden vaak gebruikt. Er is namelijk niet veel ruimte voor een discussie.
De toegeeflijke opvoedstijl wil zeggen dat je weinig controle hebt en veel betrokkenheid. Je wil graag dat je kind zich zelf ontwikkelt en op onderzoek uitgaat. Regels zijn niet nodig. Je kind weet wel waar hij behoefte aan heeft. Je geeft aan dat je kind je beste vriend is en je het samen gaat doen. Hij krijgt dan ook vaak zijn zin omdat hij daar behoefte aan heeft. Je kind leert dus om zijn behoefte en zijn mening duidelijk aan te geven en neemt ook zijn eigen beslissingen. Hij heeft ook nooit echt ruzie met jou, want hij krijgt vaak zijn zin. Het nadeel is wel, dat hij niet heeft geleerd om “nee” te krijgen. Dat kan als ze ouder worden wel problemen geven. Ze verwachten dat een “nee” gewoon een “ja” gaat worden. Een ander gevaar is dat je te snel en te graag gaat helpen. Je wilt hem niet teleurstellen en als vrienden help je elkaar toch?! Alleen is hij dan niet gewend om zichzelf te kunnen redden en om problemen op te lossen. Ook kunnen ze moeite krijgen met een baas omdat ze iemand boven zich krijgen en gewend zijn dat iedereen gelijk is.
De verwaarloosde opvoedstijl wil zeggen dat je weinig controle hebt en weinig betrokkenheid. Er zijn geen regels en je kind moet gewoon leren om zichzelf te kunnen redden. Er is ook weinig steun en aandacht voor het kind. Gelukkig kiezen ouders niet bewust voor deze opvoedstijl, maar ontstaat het soms door de situatie. Dit kan stress en drukte zijn op het werk of iemand is ziek geworden. De aandacht valt dan weg en kinderen schuiven naar de achtergrond. Soms voelen de kinderen dan zelf ook dat ze teveel zijn. Als ouder probeer je nog wel de basis in stand te houden door te koken, te wassen etc. Alleen lukt het aandacht geven even niet meer. Let hierbij goed op dat het kind zich niet gezien voelt en echt graag je aandacht wil. Soms vraagt hij dan ook om negatieve aandacht en als je dat niet herkent en ontploft, komt dat niet ten goede aan jullie relatie. Je ziet als ouder ook niet meer waar je kind blij van wordt en wat hij graag doet, je herkent de vriendjes niet die hij meeneemt en stelt jezelf nogmaals voor. Tijd om mee te gaan naar het sporten of de oudergesprekken is er ook niet. Je kind signaleert en voelt het allemaal wel aan en kan daarom ook moeite krijgen om zich te uiten. Zit je nu in een situatie dat het allemaal even teveel is door ziekte, stress of wat anders, schroom dan niet om hulp te vragen in je omgeving of bij je (huis)arts. Hulp vragen is geen zwakte, maar juist een teken van kracht.